Ik heb een dochter! En ze wordt 1!
Ik schreef haar een brief. Niet dat ze al kan lezen, maar moeders doen blijkbaar zo’n dingen.
Hier komt ie:
Lieve Lina,
Je verhaal begint op 25 juli 2019. Nee, eerder, maar toen wisten we het nog niet, en dat gedeelte van je verhaal houden we misschien beter tussen je papa en mij.
25 juli dus. Een warme dag, veel te warm. Ik overdrijf graag eens, maar serieus, het was om te stikken. 40 graden, zoiets. Ik kan niet goed tegen de warmte, maar die dag ging het echt niet. Ik lag te puffen in de zetel, ventilator op de hoogste stand.
Ik nam een koude douche en bedacht ineens dat ik mij wel verdacht slecht voelde. Niet gewoon te warm, maar ook zo ontzettend moe en de gedachte aan eten maakte mij al misselijk. Eten is toevallig 1 van mijn specialiteiten, dus toen ging er toch een belletje rinkelen.
Testje gedaan en ja hoor, jij was het. Je papa klonk geïrriteerd toen ik hem naar boven riep. Door mijn futloosheid was hij al de hele dag in zijn eentje je broers aan het entertainen, en dat in temperaturen die zelfs te hoog waren om buiten in een zwembadje te plonsen.
Je kent hem intussen al goed genoeg om zijn reactie van toen te kunnen inschatten. Wat denk je? Hij sprong letterlijk op en neer van blijdschap – ik ook, maar dan mentaal, fysiek was ik echt niet tot springen in staat.
De volgende dag vertrokken we op vakantie. Een stacaravan op een kleine camping in Delft. Ik bespaar je het hele verhaal, maar hier volgt een kleine samenvatting: file tijdens hittegolf, geen airco, mottige stacaravan, regen, nog regen, nog mottigere binnenspeeltuin, onverklaarbare kotsvlekken op mijn kleren en slapeloze nachten. 2 dagen vroeger dan voorzien kwamen we terug naar huis, beetje zonde, maar toen waren we vooral opgelucht.
Het cliché over derde (en latere) zwangerschappen bleek helemaal waar, de tijd vlóóg voorbij. Van augustus tot maart herinner ik mij flarden, mooie echobeelden, in spanning de resultaten van de NIPT afwachten, de blijdschap van familie en vrienden toen we het nieuws met hen deelden. Sessies zwangerschapsyoga waar ik bij het luisteren naar Sigur Ros in tranen uitbarstte en mij vervolgens zo schaamde dat ik bijna niet meer terug durfde gaan.
Op 1 maart startte mijn zwangerschapsverlof, 3 weken voor de uitgerekende datum. Kwestie van nog wat te rusten en mij voor te bereiden. De eerste week maakte ik 1000 doopsuikers (OK, misschien lichtjes overdreven), schreef ik even veel enveloppes, zette een gigantische valies voor het ziekenhuis klaar en legde stiekem een examen van een paar uur af bij de stad, voor een job die ik – dacht ik – nooit zou kunnen krijgen, toen ik naar de massa tegenkandidaten keek.
De tweede week ging ik uitgebreid uit eten, was ik vervolgens 2 dagen ziek – volgens mij door die visbrochette- én kreeg ik bericht dat ik geslaagd was voor het examen. Het volgende deel was mondeling, op 30 maart. Oeps. Maar daar moest ik mij algauw geen zorgen meer over maken, want een paar dagen later gingen we, jawel, in lockdown.
In mijn derde week zwangerschapsverlof gebeurde achtereenvolgens dit: grootste broer verveelde zich na minder dan 1 dag zonder school al kapot, kleinste broer werd goed ziek en we kregen te horen dat grootouders niet meer op hun kleinkinderen mochten passen. Na 5 dagen hoge koorts en toch wel een paniekske aan onze kant kon Miro uiteindelijk bij een dokter terecht, die vaststelde dat het geen corona was. Alsof dat stokje in zijn neus een toverstokje was geweest, waren de dag nadien plots alle klachten verdwenen.
We konden lastminute een – volgens alle coronamaatregelen goedgekeurde – babysit regelen, die dag en nacht beschikbaar was en binnen de 5 minuten bij ons kon zijn. Het klinkt nu vanzelfsprekend, maar amai, ik heb daar van wakker gelegen. Aan de babysit van toen: eeuwige dank en heel veel hartjes!
Ik vond het toen wel welletjes geweest en was niet van plan om overtijd te gaan. Met Miro’s geboorte in gedachten – 4,900 kg na 39 weken , jawel – en de stress van al het geregel de voorbije dagen hield ik het niet meer vol.
Op 24 maart reed ik de parking van het ziekenhuis op. Overal linten en verbodsborden, geen bezoek toegelaten, alle consultaties geannuleerd. Een compleet verlaten parking en inkomhal. Als je weet dat Sigur Ros mij al deed bleiten.. laat ons zeggen dat ik toen heel hard op mijn lip gebeten heb.
Aan de monitor was alles normaal. De vroedvrouwen excuseerden zich dat ze een mondmasker droegen, zo onpersoonlijk. Wat een klucht als ik er nu aan terugdenk. Ze verwittigden mij dat ik er ook 1 zou moeten dragen tijdens de bevalling, maar alleen maar tijdens het persen. Alsof dat een troost was.
De gynaecoloog was er niet, geen consultaties, weet je wel. De vroedvrouw belde hem op en liet het mij zelf uitleggen. Na een uitgebreid gesprek (lees: smeekbede) was hij akkoord, ik mocht de volgende dag komen voor een inleiding.
Die volgende dag was eigenlijk al om 4 u diezelfde nacht, dus ik haastte mij naar huis. We laadden de auto in, toen pas beseften we dat we enkel mijn valies nodig hadden. Doopsuiker en cava zouden er deze keer niet aan te pas komen.
Ik nam afscheid van de jongens, dat vond ik denk ik het ergste, dat zij jou niet meteen, maar pas bij onze thuiskomst zouden kunnen ontmoeten.
De inleiding ging goed, we keken VIJFtv om niet naar de nieuwsberichten over corona te moeten luisteren. Toen de anesthesist rond de middag langskwam, wierpen we toch een blik op het journaal. Terwijl hij keek of de epidurale haar werk deed, volgde hij mee. Er was al 1 coronapatiënt overleden in het ziekenhuis zei hij, we waren stil.
Toen ik niet veel later naar de bevallingstafel verhuisde, “vergaten” we het mondmasker. Voor iemand er aan kon denken was je er. Je was perfect. “Zo’n kleintje” waren mijn eerste woorden. Iedereen lachte, want met je 4,180 kg was je dat allesbehalve.
We lieten de wereld weten dat je er was en knuffelden je kapot. De vroedvrouw bracht ons naar een kamer, waar we samen genoten van het binnenstralende lentezonnetje, en ik ook van het taartje dat je papa die middag voor mij aan de kant hield – echte liefde hé.
Vandaag is het al 1 jaar geleden, hoe zot is dat. Ik dacht toen dat we ons die bijzondere coronatijd altijd zouden herinneren als die rare periode waar je middenin geboren werd. Maar hey, misschien zitten we nu pas in het midden…
Natuurlijk was je eerste jaar mooi, we maakten het gezellig in onze cocon en werden, zelfs van op afstand, omringd door de liefste vrienden en familie. Maar het voelt ook zo triest. Ik wou dat ik het kon overdoen, zonder corona.
Gelukkig trek jij je er niks van aan, je ging in 1 jaar van een zachte “kleine” baby naar de guitige deugniet die je nu bent. Je bent absoluut aan je stoere broers gewaagd, maar laat toch iedereen smelten met je schattige lach en de lichtjes in je ogen.
Lina, ik wens je een lang leven met heel veel feestjes, dicht bij vrienden en familie, zonder die mottige mondmaskers. Voor nu eten we samen een taartje, je mag er van mij zelfs op blazen, als dat geen liefde is.
Mama
P.S.: ik had de job, maar dat wist je natuurlijk al